Omar Munie: ‘Doe iets met de kansen die je krijgt’

Tassenontwerper Omar Munie ontvluchtte als negenjarig jochie de burgeroorlog in Somalië en kwam in Nederland terecht. ‘Ik ben een geslaagde immigrant. Dat is een belangrijk deel van mijn verhaal en mijn succes is dat ik dat doorgeef.’

Wat herinner jij je van je jeugd?

‘Mijn eerste mooie herinnering is hier, in Nederland. Vlak voor de landing, een zee aan lichtjes onder ons. Het walhalla, dacht ik. Ik kwam alleen met mijn zus van vijftien, want een ticket voor de acht oudere kinderen en zichzelf kon mijn moeder niet betalen. Mijn vader vluchtte op zijn eigen manier. Ik vond laatst een jeugdfoto van mezelf in Somalië, in de armen van een oom. Dat is een heel bijzondere foto als er verder niets is dat aan je jeugd herinnert.’

Speelde je voor de burgeroorlog in Mogadishu met je broertjes en zusjes? Ging dat er eerlijk aan toe? 

‘Dan moet ik aan een oudere broer denken. Toen ik een jaar of vijf was en hij tien nam hij me altijd mee voetballen. Tot hij overleed aan malaria. Ik herinner me hem in een blauw shirt van Roberto Baggio. De bal was een soort patchwork, plastic zakken samengepakt in draad. Kleintjes mochten nooit meevoetballen, maar hij overtuigde zijn vrienden dat ik wél mocht meedoen. Mijn broer was goudeerlijk en vond dat iedereen een kans verdiende.’

Zoals jij jaren later in Nederland kreeg …

‘Ja, wij dachten trouwens dat we naar Duitsland gingen. Maar na de vreselijke boottocht naar Tanzania en een bange vlucht zonder ouders stonden we op het ijskoude Schiphol, zonder paspoort. Ik zie nog de blauwe jassen voor me. De hand die ons werd gereikt. Ik had even het gevoel iemand te mogen zijn.’

Hoe kijk je naar de huidige vluchtelingen-problematiek? 

‘Iedereen is van de wereld en de wereld is van iedereen … Maar het is heel moeilijk. Gooi je de grens open, dan loopt het vol. Maar laat je iemand verdrinken? Ik kan het de Nederlanders niet kwalijk nemen dat ze bang zijn dat het land vol raakt. Dat het nooit meer hetzelfde wordt. Zeker niet als ze zelf nooit ver over de grens zijn geweest en dus niet kunnen meevoelen waar vluchtelingen vandaan komen. Maar bedenk wel: het kan iedereen overkomen. Wat als wij hier in oorlog raken en naar een Arabisch land moeten vluchten? Ga dat bij jezelf eens na. Tegen vluchtelingen zeg ik altijd dat ze wel iets moeten doen met de kans die ze krijgen.’

Is het je drijfveer om Nederland iets terug te geven, omdat dat eerlijk is? 

‘Niet teruggeven, ik voel me niet verplicht. Het is doorgeven. Ik ben omarmd door Nederland. Door de douane, door mijn buurvrouw in Bergen die mij hielp met de Nederlandse taal. Ook dankzij die lieve vrouw ben ik een geslaagde immigrant. Dat is een belangrijk deel van mijn verhaal en mijn succes is dat ik dat doorgeef. Daarom ben ik op mijn beurt stichting The Dutch Tulip begonnen. Ik wil vluchtelingen de Nederlandse normen en waarden leren, zodat het voor hun buurman makkelijker wordt zich open te stellen. Als we elkaar willen leren kennen, wordt het makkelijker. Dat lukt niet als je mensen zomaar aan het werk zet. De manier van gemeentes is te soft. Het moet intensiever. Met werkervaringsplaatsen en cursussen in taal en omgangsvormen. Mensen nemen talenten mee uit hun land van herkomst en ze willen bijdragen aan de samenleving hier. Die kans wil ik hen geven.’

Daarom ook de Dream Factory? 

‘Ja, leef je droom! Bij de Dream Factory krijgen mensen die ongewild werkloos of arbeidsongeschikt zijn een kans zich te ontwikkelen. Je hebt geen cv nodig, een droom is genoeg. Je werkt en leert een halfjaar met behoud van uitkering. Dat vond de gemeente eerst maar een raar plan, want het duurt even voor we er genoeg geld mee zouden verdienen. Je leert niet in twee dagen tassen maken, en ook niet in een halfjaar. Maar inmiddels zij we drie jaar bezig en begint het te lopen. Zo kunnen we de tassen en andere producten hier in Nederland blijven maken, met Nederlands vakmanschap waar we zelf controle over hebben. Het werk is net als de producten: duurzaam, eerlijk.’

Een tas met een eerlijk verhaal. Een stukje Omar Munie. Is dat wat mensen kopen? 

‘Ja, echt Nederlandse tassen, authentiek en duurzaam handgemaakt, van die jongen die moest vluchten. Door die te kopen delen ze dat verhaal. En geef ik de eerlijke kans door die ik kreeg.’ 

Meer Eerlijk Delen

Gepubliceerd in FNV Magazine

The making of, in Omars atelier:

  • Atelier, aantekeningen, Omar Munie, Eerlijk Delen, FNV, Interview, content, LDRT, journalistiek

OMAR MUNIE (31) 

ontvluchtte als negenjarig jongetje de burgeroorlog in Somalië. In Nederland richtte hij acht jaar later Omar Munie Clothing op. Munie won prijs na prijs en mocht als mbo-uitblinker vijf jaar lang gratis gebruikmaken van atelierruimte in het Haagse BINK36. Zijn gepassioneerde verhaal sloeg aan en zijn exclusieve, duurzame tassen veroverden de wereld. Onder meer Oprah Winfrey, Hillary Clinton, Yfke Sturm, Jeroen Pauw en koningin Máxima bezitten een ‘Munie’.

In 2009 toerde hij als mbo-Marshall al langs scholen om leerlingen te inspireren en recent sprak hij naast Angela Merkel op een podium in Parijs voor de OESO (Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling). In BINK36 is hij de Dream Factory gestart. Mensen die niet aan het werk komen, leren er tassen maken van recyclebare materialen. 

Leave a Comment

Your email address will not be published.

Start typing and press Enter to search